Pers

Talma is idool van de kenners

Friesch Dagblad

12 maart 2003
Tekst: Johan Vellinga

Fries brengt met Kriebelvisje vijfde cd en tweede roman uit

GRONINGEN – Meindert Talma is een fenomeen aan het worden. Niet zoals Jamai, die bij het grote publiek als Idol via uitgekiende marketing naam maakt. Talma is vooral een grote naam onder de kenners, bij wie hij bijna niets fout lijkt te kunnen doen. De Friese artiest bracht vorige week zijn vijfde album en tweede boek, beide getiteld Kriebelvisje, uit. Zondag is de cd-presentatie in Vera, Groningen.

Op zijn site prijken talrijke interviews met gezaghebbende kranten en muziekbladen. De een is nog meer lovend dan de ander: Talma lijkt er niet erg van onder de indruk. “Tja, het is mijn vijfde album alweer en mijn tweede roman. Ik ben natuurlijk al een paar jaar bezig.” Hij vindt niet dat zijn werk overschat mag worden. “Qua waardering scoor ik hoog, maar dat is meer in bepaalde kringen. De verkopen vallen in de praktijk tegen hoor.”

“Geen beter chroniqueur van het provincieleven dan Meindert Talma, zanger en schrijver in beide officiële talen van Nederland.” Zomaar een mooie kwalificatie naar aanleiding van Kriebelvisje. Dat hij goede kritieken krijgt doet hem uiteraard goed, maar hoe doet hij dat? “Wat ik doe is allemaal aardig persoonlijk, zowel qua muziek als qua schrijven. Ze herkennen waarschijnlijk dat het echt is, niet commercieel. En in mijn genre ben ik natuurlijk ook erg goed. Nee grapje.” En over de recensie: “Ja, ik denk dat de sfeer in de provincie op de plaat aardig weerspiegeld wordt.”

Kriebelvisje is na Dammen met ome Hajo Talma’s tweede roman met bijbehorende cd. Verhaalde het eerste boek over zijn jeugd in geboorteplaats Surhuisterveen, dit keer beschrijft het boek de periode 1996-’97. In die tijd was hij net afgestudeerd (geschiedenis). Talma wilde verder in de schrijverij en de muziek. Het was voor hem een onzekere tijd waarin hij zich vaak verveelde en zijn ambities niet snel genoeg vorm gekregen.

Kriebelvisje is net als Dammen met ome Hajo autobiografisch, aangevuld of opgefleurd met fictie. De twee zijn niet van elkaar te onderscheiden, al daagt Talma de lezer en luisteraar uit om zelf uit te zoeken wat waar en niet waar is. Het resultaat van de twee ingrediënten zijn droogkomische en ontroerende verhalen over hemzelf en in Fryslân en omstreken bekende fenomenen uit zijn jeugd. De zendpiraat ‘De Stille Genieter’, zanger Rommy en boer Sibbele Hietkamp zijn onder meer dankbare figuren uit zijn verleden. Net als oud-bokser Rudy Koopmans, die hij bewondert.

Muzikale fruitmand

De Muzikale Fruitmand is net zoiets. Hij wijdt aan het radioprogramma een hoofdstuk in Kriebelvisje, op de cd staat een liedje. Ondanks de kwinkslag vond de EO het nummer zo mooi dat ze hem hebben uitgenodigd op de radio. “Ik was verrast en blij. Ik was bang dat ze het spottend zouden vinden. Dat was ook zeker niet mijn bedoeling.”

Talma, gereformeerd opgevoed, luisterde vroeger mee met zijn ouders naar het verzoekprogramma. Juist dat soort alledaagse sentimenten gebruikt hij graag in zijn werk. Hij herinnert zich bijna als de dag van gisteren hoe het er thuis aan toe ging. “De Muzikale Fruitmand was een apart fenomeen. Kinderen die plaatjes aanvraagden voor grootmoeders en overgrootmoeders. Mensen die al bijna doodgingen. Als jongetje vond ik dat vreemd, niet leuk. Maar nu is het nostalgie. Het roept herinneringen op, ook bij veel anderen. Mensen komen zelfs naar me toe om dat te zeggen.”

Veel schrijvers schrijven jeugdherinneringen van zich af. Het is oud zeer. Talma verzekert dat dit bij hem niet het geval is. “Ik koester geen wrok, ik ben geen Maarten van ’t Hart. Het is meer een observering. Ik heb ook geen trauma’s, ben niet haatdragend. Vroeger was je wel opstandig, maar alles heeft een plek gekregen.” Nu zijn die herinneringen dankbaar materiaal voor de artiest, die schrijft over dingen letterlijk uit het leven gegrepen, “Na jaren besef je dat zo’n programma speciaal was.”

De kunst van Talma zit hem met name in zijn onderwerpkeuze en dat het voor een groot deel autobiografisch is. Zonder schroom vertelt hij over hele persoonlijke zaken. “Ik heb daar weinig moeite mee”, vertelt hij. “Je maakt vervelende dingen mee, maar daar moet je niet te zwaar aan tillen. Ik doe het op een tragisch komische manier. Zonder zelfspot zou het boek heel zwaar worden. Dat kan ook wel eens. Maar het past niet bij mij. En toch is het niet heel luchtig. Tussen de regels door lees je de wanhoop.”

De wanhoop van een muzikant cq schrijver die het wil maken? “Ik zou het niet erg vinden als ik het grote publiek aanspreek. Het gaat met stapjes de goede kant op. Maar ik doe het op mijn eigen manier. De verkopen gaan steeds beter. In België willen ze mijn cd uitbrengen.” Ook met optredens mag Talma staan in steeds grotere zalen. Paradiso in Amsterdam en 013 in Tilburg staan op het programma. Hij krijgt steeds meer erkenning en een groter bereik. Zo groot dat hij zijn eigen provincie niet meer aandoet? “Tja, daar moet ik inderdaad ook nog een paar optredens voor regelen.”